FRANKFURT – Sinds het begin van de COVID-19-crisis hangt het schrikbeeld van een staatsbankroet boven de ontwikkelingseconomieën. Veel overheden zijn zó bang om de toegang tot de markt te verliezen dat ze niet bereid zijn om de problemen met de houdbaarheid van hun schuldenlast aan te pakken. Maar een heldere blik op de gevolgen van de COVID-19-crisis, in samenhang met de budgettaire en financiële realiteit voor lage-inkomenslanden, toont een ʻnieuw normaal,ʼ waarin een tijdig staatsbankroet zeker niet het slechtst denkbare scenario is.
FRANKFURT – Sinds het begin van de COVID-19-crisis hangt het schrikbeeld van een staatsbankroet boven de ontwikkelingseconomieën. Veel overheden zijn zó bang om de toegang tot de markt te verliezen dat ze niet bereid zijn om de problemen met de houdbaarheid van hun schuldenlast aan te pakken. Maar een heldere blik op de gevolgen van de COVID-19-crisis, in samenhang met de budgettaire en financiële realiteit voor lage-inkomenslanden, toont een ʻnieuw normaal,ʼ waarin een tijdig staatsbankroet zeker niet het slechtst denkbare scenario is.