nye212_Mark MakelaGetty Images_joe biden Mark Makela/Getty Images

Kan het Amerika van Joe Biden vertrouwd worden?

CAMBRIDGE – Vrienden en bondgenoten zijn de Verenigde Staten gaan wantrouwen. Vertrouwen is nauw verwant aan de waarheid, en president Donald Trump is berucht om zijn losse omgang met de waarheid. Alle presidenten hebben wel eens gelogen, maar nooit op zoʼn grote schaal dat dit het vertrouwen ondermijnde. Uit internationale peilingen blijkt dat de zachte aantrekkingskracht van Amerika sterk is afgenomen tijdens het presidentschap van Trump.

Kan de nieuwe president Joe Biden het vertrouwen herstellen? Op de korte termijn, ja. Een verandering van stijl en beleid zal Amerikaʼs aanzien in de meeste landen verbeteren. Trump was een buitenbeentje onder de Amerikaanse presidenten. Het presidentschap was zijn eerste regeringspositie, nadat zijn hele carrière zich had afgespeeld in de nulsomwereld van het vastgoed en de reality-tv in New York City, waar schandalige uitspraken de aandacht van de media trekken en je helpen de agenda te bepalen.

Biden is daarentegen een door de wol geverfd politicus met lange ervaring in het buitenlands beleid, opgedaan tijdens tientallen dienstjaren in de Senaat en acht jaar als vicepresident. Sinds de verkiezingen hebben zijn eerste uitspraken en benoemingen een diepgaand geruststellend effect gehad op de bondgenoten.

Trumps probleem met de bondgenoten was niet zijn slogan ʻAmerica First.ʼ Zoals ik in Do Morals Matter? Presidents and Foreign Policy from FDR to Trump betoog, zijn presidenten belast met het bevorderen van het nationaal belang. De belangrijke morele kwestie is hoe een president het nationaal belang definieert.

Trump koos voor een nauwe, transactionele definitie en verwarde volgens zijn voormalige nationale veiligheidsadviseur John Bolton het nationaal belang zo nu en dan met zijn eigen persoonlijke, politieke en financiële belangen. Daarentegen hebben veel Amerikaanse presidenten sinds Harry Truman vaak een brede kijk op het nationaal belang gehad, en dit juist niet met hun eigen belang verward. Truman zag dat het helpen van anderen in het nationaal belang van Amerika was, en wilde zelfs niet dat zijn naam verbonden zou worden aan het Marshallplan voor hulp bij de naoorlogse wederopbouw van Europa.

Trump haalde daarentegen zijn neus op voor bondgenootschappen en multilateralisme, hetgeen hij op bijeenkomsten van de G7 en de NAVO maar al te graag liet blijken. Zelfs toen hij zich nuttig maakte door op te treden tegen malafide Chinese handelspraktijken, slaagde hij er niet in om de druk op China te coördineren en koos hij er in plaats daarvan voor om importtarieven te heffen op de producten en diensten van Amerikaanse bondgenoten. Geen wonder dat velen van hen zich afvroegen of de (terechte) oppositie van Amerika tegen de Chinese technologiereus Huawei niet eerder werd ingegeven door commerciële motieven dan door veiligheidsoverwegingen.

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes
PS_Quarterly_Q2-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: Age of Extremes, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

En de terugtrekking van Trump uit het klimaatakkoord van Parijs en de Wereldgezondheidsorganisatie heeft wantrouwen gezaaid over het Amerikaanse engagement om het hoofd te bieden aan transnationale wereldwijde dreigingen zoals de opwarming van de aarde en pandemieën. Bidens plan om hierop terug te komen en zijn geruststellende woorden over de NAVO zullen onmiddellijk gunstige gevolgen hebben voor de Amerikaanse zachte macht.

Maar Biden zal nog steeds geconfronteerd worden met een dieper vertrouwensprobleem. Veel bondgenoten vragen zich af wat er met de Amerikaanse democratie aan de hand is. Hoe kan men erop vertrouwen dat een land dat in 2016 zoʼn merkwaardige politieke leider als Trump heeft voortgebracht, er in 2024 of 2028 niet nog één zal voortbrengen? Is de Amerikaanse democratie in verval, waardoor het land onbetrouwbaar is geworden?

Het afnemende vertrouwen in de overheid en andere instellingen, dat tot de opkomst van Trump heeft geleid, is niet met hem begonnen. Het lage vertrouwen in de overheid is al een halve eeuw een Amerikaanse kwaal. Na de successen in de Tweede Wereldoorlog zei driekwart van de Amerikanen dat ze een hoge mate van vertrouwen in de overheid hadden. Dit percentage daalde tot ongeveer een kwart na de Vietnamoorlog en het Watergate-schandaal van de jaren zestig en zeventig. Gelukkig was het gedrag van de burgers ten aanzien van kwesties als de naleving van de belastingwetgeving vaak veel beter dan hun antwoorden bij opiniepeilingen zouden doen vermoeden.

De beste demonstratie van de onderliggende kracht en weerbaarheid van de Amerikaanse democratische cultuur werd misschien wel gegeven door de verkiezingen van 2020. Ondanks de ergste pandemie sinds een eeuw en sombere voorspellingen over chaotische toestanden bij de stemlokalen, kwam een recordaantal kiezers opdagen. De duizenden lokale functionarissen – Republikeinen, Democraten en onafhankelijken – die toezagen op de verkiezingen, beschouwden de eerlijke uitvoering van hun taak als een burgerplicht.

In Georgia, waar Trump ternauwernood verloor, trotseerde de Republikeinse minister van Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk was voor het toezicht op de verkiezingen, de ongegronde kritiek van Trump en andere Republikeinen door te verklaren: ʻIk houd me aan de stelregel dat cijfers niet liegen.ʼ Trumps rechtszaken over massale fraude, zonder enig bewijs daarvoor, kregen bij geen enkele rechter voet aan de grond, ook niet bij rechters die door Trump waren benoemd. En Republikeinen in Michigan en Pennsylvania verzetten zich tegen zijn pogingen om de verkiezingsuitslag door de staatsparlementen ongeldig te laten verklaren. Ondanks de angst van links voor allerlei onheil en de voorspellingen van rechts over fraude, heeft de Amerikaanse democratie haar kracht bewezen en aangetoond over diepe lokale wortels te beschikken.

Maar de Amerikanen, met inbegrip van Biden, zullen nog steeds de zorgen van de bondgenoten onder ogen moeten zien als het gaat om de vraag of ze in 2024 of 2028 niet wéér voor een nieuwe Trump zullen kiezen. De bondgenoten nemen nota van de politieke polarisatie, de weigering van Trump om zijn nederlaag te aanvaarden en de weigering van de Republikeinse leiders in het Congres om zijn gedrag te veroordelen of de overwinning van Biden expliciet te erkennen.

Trump heeft zijn basis van fervente aanhangers gebruikt om de controle te verkrijgen over de Republikeinse Partij, door te dreigen met steun bij de voorverkiezingen aan uitdagers van gematigden die niet in het gareel lopen. Journalisten melden dat ongeveer de helft van de Republikeinen in de Senaat Trump veracht, maar hem ook vreest. Als Trump probeert de controle over de partij te behouden nadat hij het Witte Huis heeft verlaten, zal Biden voor een moeilijke taak staan als hij met een door de Republikeinen gecontroleerde Senaat wil samenwerken.

Gelukkig voor de Amerikaanse bondgenoten biedt de Amerikaanse grondwet, als Bidens politieke vaardigheden op de proef worden gesteld, hem meer speelruimte in het buitenlands beleid dan in het binnenlands beleid, zodat verbeteringen op het gebied van de samenwerking op de korte termijn reëel zullen zijn. Bovendien blijkt, in tegenstelling tot 2016, toen Trump werd verkozen, uit een recente opiniepeiling van de Chicago Council on Global Affairs dat 70% van de Amerikanen een naar buiten gericht, coöperatief buitenlands beleid wil – een record.

Maar de langetermijnvraag of de bondgenoten erop kunnen vertrouwen dat Amerika niet nog een Trump tevoorschijn zal toveren kan niet met volle zekerheid worden beantwoord. Veel zal afhangen van het indammen van de pandemie, van het herstel van de economie en van de politieke vaardigheid van Biden om de politieke polarisatie van het land in goede banen te leiden.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/W8Hbey7nl