SÃO PAULO ‒ Nu de klimaatcrisis zich steeds verder verdiept kan de wereld niet langer uitsluitend vertrouwen op oude economische ontwikkelingsmodellen. In deze context krijgt het concept van een bio-economie ‒ activiteiten die relatief weinig CO2 produceren in processen met een hoge toegevoegde waarde ‒ steeds meer aandacht. Maar regeringen en maatschappelijke organisaties komen op hun pad naar een daadwerkelijke bio-economie verschillende institutionele en economische obstakels tegen.
Gezien historische en hedendaagse tendensen in het wereldwijde energiegebruik hebben sommige landen in Europa en Noord-Amerika zich serieus ten doel gesteld om hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen. Sommige landen op het zuidelijk halfrond daarentegen, waar de landbouw de voornaamste bron van uitstoot van broeikasgassen en het verlies van biodiversiteit vormt, staan voor de uitdaging om een op nieuwe landbouwmodellen gebaseerde bio-economie te creëren.
In dit opzicht heeft Brazilië om de effecten van klimaatverandering te verzachten een centrale rol te spelen, in het bijzonder door bescherming van de rijke biodiversiteit in de zes enorme ecosystemen die zich over zijn grondgebied uitstrekken. Deze omvatten het grootste gedeelte van het Amazone-regenwoud, dat een cruciale rol speelt in het stabiliseren van de wereldwijde neerslagcycli en zuurstofproductie, naast andere baten. Nu het tempo van ontbossing in het Amazonegebied in 2019 een alarmerend niveau bereikt heeft, net zoals tijdens de huidige COVID-19-pandemie, wordt het enorme systemische gevaar voor het mondiale klimaatevenwicht hiervan pas echt helder.
Voor een goed begrip van de ontwikkeling van de Braziliaanse landbouw in het verleden en van de vooruitzichten van het land om in de eenentwintigste eeuw een duurzaam landbouwsysteem te realiseren moeten we inzien hoe groot de rol van de staat is bij het institutionaliseren van normen, regels en protocollen die bijdragen tot opkomst en ondergang van waardeketens in de landbouw. De sojabonen- en veeteeltindustrie die zich sinds het midden van de twintigste eeuw in grote delen van het Amazonegebied en de Cerrado (een andere belangrijke Braziliaanse vegetatiezone) ontwikkelden bijvoorbeeld profiteerden direct van belastingvoordelen, kunstmestsubsidies, kredietregelingen en ondersteuning van onderzoek naar grootschalige graan- en vleesproductie.
Helaas stimuleert het regeringsbeleid nog altijd waardeketens in de landbouw die de natuur uitputten, en het steeds roekelozere milieubeleid van de huidige Braziliaanse regering maakt het waarschijnlijk dat de ontbossing van beschermde gebieden de komende jaren nog zal toenemen.
Universitaire onderzoekers en non-gouvernementele organisaties hebben vastgesteld dat het snelle tempo van ontbossing in het Amazonegebied de laatste decennia hoofdzakelijk het resultaat is van speculanten die grote stukken publiek land in handen krijgen. Met vervalste documenten en hulp van corrupte ambtenaren kunnen deze landje-pikkers eigendom van deze gronden claimen om ze later met enorme winsten te verkopen. In 2019 werd op dit soort land ongeveer 176 miljoen hectare privébezit gecreëerd. Het is helder dat het realiseren van een nieuw model voor landbouw en rurale productie strenge staatscontrole over beschermde gebieden en preventie van illegale bezetting van publieke grond zal vergen.
Maar betere mechanismen om illegale activiteiten in beschermde en publieke natuurgebieden te beheersen en bestraffen zijn niet afdoende om het economisch gebruik van ecosystemen en hun hulpbronnen te stimuleren, zoals uiteengezet in het 2009 National Plan for the Promotion of Socio-Biodiversity Value Chains van Brazilië. Het is tevens noodzakelijk om de juridische voorwaarden, economische prikkels, protocollen, en commerciële en technologische partnerships te creëren en bevorderen die zowel de bedrijfsinvesteringen en gemeenschap-gebaseerde coöperaties die bij een bio-economie horen te ondersteunen. Als je ervanuit gaat dat kapitalisme gebaseerd is op winstverwachtingen hangt de gewenste expansie van de bio-economie af van het bestaan van een breed scala aan goed functionerende instituties die in staat zijn te voldoen aan de hoge rendementsverwachtingen onder de verschillende actoren die in Braziliaanse biodiverse waardeketens geïnteresseerd zijn.
Het creëren van waarde voor bossen en andere biologische goederen behelst activering van fairtrade-protocollen tussen commerciële bedrijven en coöperaties, facilitering van toegang tot informatie over belangrijk agrarisch beleid zoals minimum-prijsgaranties voor biodiverse producten, inrichting van een beter juridisch apparaat voor landbouwcoöperaties en ontwikkeling van technologische innovaties geschikt voor de sociaal-culturele en productieve context van traditionele gemeenschappen.
Andere prioriteiten omvatten onder meer vermindering van de bureaucratie in het aanbod van krediet aan rurale producenten van biodiverse goederen zoals Braziliaanse para- en barunoten en kokosolie: terwijl sojaproducenten in de provincie Pará (een van de grootste van het Amazonegebied) in 2018-2019 meer dan 6,5 miljoen Braziliaanse real (ruim 1 miljoen euro) ontvingen uit publieke kredietfaciliteiten voor kleine boeren kregen producenten van paranoten slechts 260.000 real. Om de economische opbrengst te vergroten en inkomen te genereren is een grotere toegang tot krediet en microkrediet voor coöperaties van essentieel belang.
Het opbouwen van een duurzame Braziliaanse bio-economie vereist strategische banden tussen gemeenschap-gebaseerde coöperaties, investeerders, grote bedrijven en technologische ontwikkelaars verzonken in krachtige, goed functionerende instituties. De aanzienlijke investeringen in geld en menselijk kapitaal die nodig zijn om duurzame waardeketens te creëren zullen alleen verwezenlijkt worden als de huidige onzekerheid met betrekking tot hun toekomstige economische levensvatbaarheid door positieve verwachtingen vervangen wordt. Daarom kan Brazilië door een sterk institutioneel fundament van ‘positieve prikkels’ te scheppen de wereld een innovatief, nieuw landbouwmodel aanbieden dat helpt klimaatverandering tegen te gaan.
SÃO PAULO ‒ Nu de klimaatcrisis zich steeds verder verdiept kan de wereld niet langer uitsluitend vertrouwen op oude economische ontwikkelingsmodellen. In deze context krijgt het concept van een bio-economie ‒ activiteiten die relatief weinig CO2 produceren in processen met een hoge toegevoegde waarde ‒ steeds meer aandacht. Maar regeringen en maatschappelijke organisaties komen op hun pad naar een daadwerkelijke bio-economie verschillende institutionele en economische obstakels tegen.
Gezien historische en hedendaagse tendensen in het wereldwijde energiegebruik hebben sommige landen in Europa en Noord-Amerika zich serieus ten doel gesteld om hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen. Sommige landen op het zuidelijk halfrond daarentegen, waar de landbouw de voornaamste bron van uitstoot van broeikasgassen en het verlies van biodiversiteit vormt, staan voor de uitdaging om een op nieuwe landbouwmodellen gebaseerde bio-economie te creëren.
In dit opzicht heeft Brazilië om de effecten van klimaatverandering te verzachten een centrale rol te spelen, in het bijzonder door bescherming van de rijke biodiversiteit in de zes enorme ecosystemen die zich over zijn grondgebied uitstrekken. Deze omvatten het grootste gedeelte van het Amazone-regenwoud, dat een cruciale rol speelt in het stabiliseren van de wereldwijde neerslagcycli en zuurstofproductie, naast andere baten. Nu het tempo van ontbossing in het Amazonegebied in 2019 een alarmerend niveau bereikt heeft, net zoals tijdens de huidige COVID-19-pandemie, wordt het enorme systemische gevaar voor het mondiale klimaatevenwicht hiervan pas echt helder.
Voor een goed begrip van de ontwikkeling van de Braziliaanse landbouw in het verleden en van de vooruitzichten van het land om in de eenentwintigste eeuw een duurzaam landbouwsysteem te realiseren moeten we inzien hoe groot de rol van de staat is bij het institutionaliseren van normen, regels en protocollen die bijdragen tot opkomst en ondergang van waardeketens in de landbouw. De sojabonen- en veeteeltindustrie die zich sinds het midden van de twintigste eeuw in grote delen van het Amazonegebied en de Cerrado (een andere belangrijke Braziliaanse vegetatiezone) ontwikkelden bijvoorbeeld profiteerden direct van belastingvoordelen, kunstmestsubsidies, kredietregelingen en ondersteuning van onderzoek naar grootschalige graan- en vleesproductie.
Helaas stimuleert het regeringsbeleid nog altijd waardeketens in de landbouw die de natuur uitputten, en het steeds roekelozere milieubeleid van de huidige Braziliaanse regering maakt het waarschijnlijk dat de ontbossing van beschermde gebieden de komende jaren nog zal toenemen.
Universitaire onderzoekers en non-gouvernementele organisaties hebben vastgesteld dat het snelle tempo van ontbossing in het Amazonegebied de laatste decennia hoofdzakelijk het resultaat is van speculanten die grote stukken publiek land in handen krijgen. Met vervalste documenten en hulp van corrupte ambtenaren kunnen deze landje-pikkers eigendom van deze gronden claimen om ze later met enorme winsten te verkopen. In 2019 werd op dit soort land ongeveer 176 miljoen hectare privébezit gecreëerd. Het is helder dat het realiseren van een nieuw model voor landbouw en rurale productie strenge staatscontrole over beschermde gebieden en preventie van illegale bezetting van publieke grond zal vergen.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Maar betere mechanismen om illegale activiteiten in beschermde en publieke natuurgebieden te beheersen en bestraffen zijn niet afdoende om het economisch gebruik van ecosystemen en hun hulpbronnen te stimuleren, zoals uiteengezet in het 2009 National Plan for the Promotion of Socio-Biodiversity Value Chains van Brazilië. Het is tevens noodzakelijk om de juridische voorwaarden, economische prikkels, protocollen, en commerciële en technologische partnerships te creëren en bevorderen die zowel de bedrijfsinvesteringen en gemeenschap-gebaseerde coöperaties die bij een bio-economie horen te ondersteunen. Als je ervanuit gaat dat kapitalisme gebaseerd is op winstverwachtingen hangt de gewenste expansie van de bio-economie af van het bestaan van een breed scala aan goed functionerende instituties die in staat zijn te voldoen aan de hoge rendementsverwachtingen onder de verschillende actoren die in Braziliaanse biodiverse waardeketens geïnteresseerd zijn.
Het creëren van waarde voor bossen en andere biologische goederen behelst activering van fairtrade-protocollen tussen commerciële bedrijven en coöperaties, facilitering van toegang tot informatie over belangrijk agrarisch beleid zoals minimum-prijsgaranties voor biodiverse producten, inrichting van een beter juridisch apparaat voor landbouwcoöperaties en ontwikkeling van technologische innovaties geschikt voor de sociaal-culturele en productieve context van traditionele gemeenschappen.
Andere prioriteiten omvatten onder meer vermindering van de bureaucratie in het aanbod van krediet aan rurale producenten van biodiverse goederen zoals Braziliaanse para- en barunoten en kokosolie: terwijl sojaproducenten in de provincie Pará (een van de grootste van het Amazonegebied) in 2018-2019 meer dan 6,5 miljoen Braziliaanse real (ruim 1 miljoen euro) ontvingen uit publieke kredietfaciliteiten voor kleine boeren kregen producenten van paranoten slechts 260.000 real. Om de economische opbrengst te vergroten en inkomen te genereren is een grotere toegang tot krediet en microkrediet voor coöperaties van essentieel belang.
Het opbouwen van een duurzame Braziliaanse bio-economie vereist strategische banden tussen gemeenschap-gebaseerde coöperaties, investeerders, grote bedrijven en technologische ontwikkelaars verzonken in krachtige, goed functionerende instituties. De aanzienlijke investeringen in geld en menselijk kapitaal die nodig zijn om duurzame waardeketens te creëren zullen alleen verwezenlijkt worden als de huidige onzekerheid met betrekking tot hun toekomstige economische levensvatbaarheid door positieve verwachtingen vervangen wordt. Daarom kan Brazilië door een sterk institutioneel fundament van ‘positieve prikkels’ te scheppen de wereld een innovatief, nieuw landbouwmodel aanbieden dat helpt klimaatverandering tegen te gaan.