AMSTERDAM – De financiering van de klimaatinnovatie lijkt voor Europese beleidsmakers zijn glans te hebben verloren. Als dit niet snel verandert, dreigt de Europese Unie haar status als pionier op het gebied van klimaatgerelateerde technologieën te verliezen.
Begin dit jaar werd het STEP-fonds (Strategic Technologies for Europe Platform) van de EU, dat beloofde opkomende cleantech-oplossingen te ondersteunen, teruggebracht van tien miljard euro naar slechts 1,5 miljard euro. Bovendien werd een aanzienlijk deel van de resterende middelen geoormerkt voor defensieprojecten, in plaats van voor groene technologieën en klimaatgerelateerde infrastructuurinvesteringen.
Sinds de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni hebben de EU-beleidsmakers gemengde signalen afgegeven over de kans op nieuwe overheidsfinanciering voor de commercialisering en opschaling van schone technologieën. Het ‘Europese competitiviteitsfonds’ dat de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von Der Leyen, heeft toegezegd te zullen bevorderen als onderdeel van haar tweede mandaat, zou investeringen financieren in schone technologie, maar ook in kunstmatige intelligentie, ruimtevaart en andere ‘strategische technologieën.’ Hoe de financiering zou worden verdeeld, blijft onbekend.
Meer duidelijkheid is nodig. Europa is verwikkeld in een wereldwijde race om het leiderschap op het gebied van groene innovatie, en de andere concurrenten, vooral de Verenigde Staten en China, hebben duidelijk laten zien dat ze willen winnen. De Amerikaanse Inflation Reduction Act heeft bijvoorbeeld 240 miljard dollar geïnjecteerd in de groene technologiesector, waarbij tegenover elke dollar overheidsinvestering 5,50 dollar aan particuliere uitgaven staat.
Wanneer snelgroeiende startups thuis geen toegang hebben tot door de overheid gewaarborgd kapitaal, vertrekken ze. Bedrijven verhuizen nu al van Europa naar de VS en nemen privékapitaal, talent en toekomstige toonaangevende technologieën met zich mee. Om deze trend te keren, moet de EU grote hoeveelheden kapitaal vrijmaken om onderzoek en ontwikkeling in de groene technologieën van de toekomst te ondersteunen.
Maar nu de wereld op de rand van een recessie balanceert en de EU-lidstaten onder enorme financiële druk staan, moet dit kapitaal worden verkregen zonder de huidige inkomsten- of financieringsstromen aan te boren. Gelukkig kan één enkele creatieve beleidswijziging een aanzienlijke hoeveelheid kapitaal vrijmaken zonder de fiscale uitgaven te verhogen. De sleutel is te vinden in het emissiehandelssysteem (ETS) van de EU.
Het ETS van de EU, dat in 2005 werd gelanceerd, werkt als een cap-and-trade systeem dat het totale doelvolume aan broeikasgasemissies verdeelt in rechten, die vervolgens worden toegewezen aan bedrijven binnen het ETS-gebied. Een bedrijf dat de toegewezen emissierechten overschrijdt, moet extra emissierechten kopen, ofwel van een bedrijf dat nog emissierechten over heeft, ofwel op openbare veilingen.
In 2022 genereerde de EU-ETS 38,8 miljard euro aan veilinginkomsten. De meeste inkomsten vloeien terug naar de lidstaten, die het geld vooral moeten besteden aan klimaat- en energiegerelateerde prioriteiten. Maar zelfs als de veilinginkomsten naar broodnodige cleantech- en groene-infrastructuurprojecten gaan (wat niet altijd het geval is), blijven ze ontoereikend om het investeringsniveau te financieren dat vandaag nodig is.
Dit zal veranderen: de ETS-inkomsten zullen de komende tien jaar aanzienlijk stijgen naarmate de koolstofprijs stijgt. Maar de financiering van cleantech kan niet wachten. Daarom hebben sommige investeerders en beleidsmakers, onder wie Thomas Pellerin-Carlin, lid van het Europees Parlement, de EU opgeroepen om leningen aan te gaan met toekomstige ETS-inkomsten als onderpand, en zo meer kapitaal te genereren voor groene investeringen vandaag.
Een soortgelijke aanpak wordt elders al toegepast. Japan kondigde afgelopen februari aan dat het van plan is de komende tien jaar twintig biljoen yen (137 miljard dollar) aan klimaattransitieobligaties uit te geven om groene investeringen te ondersteunen, waarbij de toekomstige inkomsten uit het eigen ETS en de heffing op fossiele brandstoffen worden gebruikt om de schuld af te lossen. De aankondiging werd verwelkomd door de markten, de industrie en klimaatinnovatoren.
Natuurlijk zou de implementatie van een dergelijke regeling in Europa ingewikkelder zijn, omdat de EU dan namens de lidstaten een collectieve schuld op zich zou moeten nemen. Maar dit zou lang niet zo’n grote politieke hindernis zijn als je zou denken, omdat het ETS al een regeling op EU-niveau is. Het moet dus haalbaar zijn om de Europese leiders zover te krijgen dat ze akkoord gaan met collectief lenen tegen toekomstige ETS-inkomsten, vooral gezien de duidelijke en verstrekkende voordelen van een betere toegang tot kapitaal voor startende cleantechbedrijven.
Lenen tegen toekomstige ETS-inkomsten zou de EU in staat stellen om de uitstoot op de middellange termijn te verminderen, en te investeren in de vitale infrastructuur en transformatieve technologieën die nodig zijn om haar klimaatdoelstellingen te halen. Europese beleidsmakers zijn het aan cleantechinnovatoren – en aan de Europese burgers – verplicht om dit beleid een kans te geven.
Vertaling: Menno Grootveld
AMSTERDAM – De financiering van de klimaatinnovatie lijkt voor Europese beleidsmakers zijn glans te hebben verloren. Als dit niet snel verandert, dreigt de Europese Unie haar status als pionier op het gebied van klimaatgerelateerde technologieën te verliezen.
Begin dit jaar werd het STEP-fonds (Strategic Technologies for Europe Platform) van de EU, dat beloofde opkomende cleantech-oplossingen te ondersteunen, teruggebracht van tien miljard euro naar slechts 1,5 miljard euro. Bovendien werd een aanzienlijk deel van de resterende middelen geoormerkt voor defensieprojecten, in plaats van voor groene technologieën en klimaatgerelateerde infrastructuurinvesteringen.
Sinds de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni hebben de EU-beleidsmakers gemengde signalen afgegeven over de kans op nieuwe overheidsfinanciering voor de commercialisering en opschaling van schone technologieën. Het ‘Europese competitiviteitsfonds’ dat de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von Der Leyen, heeft toegezegd te zullen bevorderen als onderdeel van haar tweede mandaat, zou investeringen financieren in schone technologie, maar ook in kunstmatige intelligentie, ruimtevaart en andere ‘strategische technologieën.’ Hoe de financiering zou worden verdeeld, blijft onbekend.
Meer duidelijkheid is nodig. Europa is verwikkeld in een wereldwijde race om het leiderschap op het gebied van groene innovatie, en de andere concurrenten, vooral de Verenigde Staten en China, hebben duidelijk laten zien dat ze willen winnen. De Amerikaanse Inflation Reduction Act heeft bijvoorbeeld 240 miljard dollar geïnjecteerd in de groene technologiesector, waarbij tegenover elke dollar overheidsinvestering 5,50 dollar aan particuliere uitgaven staat.
Wanneer snelgroeiende startups thuis geen toegang hebben tot door de overheid gewaarborgd kapitaal, vertrekken ze. Bedrijven verhuizen nu al van Europa naar de VS en nemen privékapitaal, talent en toekomstige toonaangevende technologieën met zich mee. Om deze trend te keren, moet de EU grote hoeveelheden kapitaal vrijmaken om onderzoek en ontwikkeling in de groene technologieën van de toekomst te ondersteunen.
Maar nu de wereld op de rand van een recessie balanceert en de EU-lidstaten onder enorme financiële druk staan, moet dit kapitaal worden verkregen zonder de huidige inkomsten- of financieringsstromen aan te boren. Gelukkig kan één enkele creatieve beleidswijziging een aanzienlijke hoeveelheid kapitaal vrijmaken zonder de fiscale uitgaven te verhogen. De sleutel is te vinden in het emissiehandelssysteem (ETS) van de EU.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Het ETS van de EU, dat in 2005 werd gelanceerd, werkt als een cap-and-trade systeem dat het totale doelvolume aan broeikasgasemissies verdeelt in rechten, die vervolgens worden toegewezen aan bedrijven binnen het ETS-gebied. Een bedrijf dat de toegewezen emissierechten overschrijdt, moet extra emissierechten kopen, ofwel van een bedrijf dat nog emissierechten over heeft, ofwel op openbare veilingen.
In 2022 genereerde de EU-ETS 38,8 miljard euro aan veilinginkomsten. De meeste inkomsten vloeien terug naar de lidstaten, die het geld vooral moeten besteden aan klimaat- en energiegerelateerde prioriteiten. Maar zelfs als de veilinginkomsten naar broodnodige cleantech- en groene-infrastructuurprojecten gaan (wat niet altijd het geval is), blijven ze ontoereikend om het investeringsniveau te financieren dat vandaag nodig is.
Dit zal veranderen: de ETS-inkomsten zullen de komende tien jaar aanzienlijk stijgen naarmate de koolstofprijs stijgt. Maar de financiering van cleantech kan niet wachten. Daarom hebben sommige investeerders en beleidsmakers, onder wie Thomas Pellerin-Carlin, lid van het Europees Parlement, de EU opgeroepen om leningen aan te gaan met toekomstige ETS-inkomsten als onderpand, en zo meer kapitaal te genereren voor groene investeringen vandaag.
Een soortgelijke aanpak wordt elders al toegepast. Japan kondigde afgelopen februari aan dat het van plan is de komende tien jaar twintig biljoen yen (137 miljard dollar) aan klimaattransitieobligaties uit te geven om groene investeringen te ondersteunen, waarbij de toekomstige inkomsten uit het eigen ETS en de heffing op fossiele brandstoffen worden gebruikt om de schuld af te lossen. De aankondiging werd verwelkomd door de markten, de industrie en klimaatinnovatoren.
Natuurlijk zou de implementatie van een dergelijke regeling in Europa ingewikkelder zijn, omdat de EU dan namens de lidstaten een collectieve schuld op zich zou moeten nemen. Maar dit zou lang niet zo’n grote politieke hindernis zijn als je zou denken, omdat het ETS al een regeling op EU-niveau is. Het moet dus haalbaar zijn om de Europese leiders zover te krijgen dat ze akkoord gaan met collectief lenen tegen toekomstige ETS-inkomsten, vooral gezien de duidelijke en verstrekkende voordelen van een betere toegang tot kapitaal voor startende cleantechbedrijven.
Lenen tegen toekomstige ETS-inkomsten zou de EU in staat stellen om de uitstoot op de middellange termijn te verminderen, en te investeren in de vitale infrastructuur en transformatieve technologieën die nodig zijn om haar klimaatdoelstellingen te halen. Europese beleidsmakers zijn het aan cleantechinnovatoren – en aan de Europese burgers – verplicht om dit beleid een kans te geven.
Vertaling: Menno Grootveld