POTSDAM/MANILLA – Het is regentijd in Azië, wat een einde aan maandenlange verschroeiende temperaturen markeert. Maar de extreme hitte zal terugkeren, waarbij vooral steden met heftige omstandigheden te maken krijgen. De stedelijke gebieden van Azië ervaren twee keer zoveel hete dagen als landelijke – en zouden er in het jaar 2100 tien keer zoveel te verduren kunnen krijgen. Tegen die tijd zal deze trend niet meer terug te draaien zijn.
De eerste gedetailleerde inschatting van klimaatrisico’s voor Azië, uitgevoerd door de Aziatische Ontwikkelingsbank en het Potsdam Instituut voor Klimaatimpact maakt duidelijk dat de Aziatische steden in de frontlijn van het gevecht tegen klimaatverandering staan. Veel van de consequenties van een hetere aarde – zoals extreme weergebeurtenissen, stijging van de zeespiegel, klimaatmigratie, en groeiende sociale spanningen – overlappen dan ook in stedelijke gebieden.
Dit geldt in het bijzonder voor Azië, waar steden meer dan de helft van de bevolking herbergen en bijna 80% van de economische productie voor hun rekening nemen. Tegen 2050 zou de stedelijke bevolking praktisch verdubbeld kunnen zijn, naar 3 miljard mensen. Zonder nieuwe klimaatinitiatieven kunnen de steden in de regio de komende twintig jaar verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van de toename in de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Zo een scenario wordt vaak weggezet als business as usual. Maar in feite betreft het hier business as usual die zal worden verstoord door de consequenties van klimaatverandering, waarbij een ongebreidelde opwarming de recente economische vooruitgang van Azië kan belemmeren of zelfs omkeren.
Hoe langer we wachten om de klimaatverandering aan te pakken hoe verwoestender deze verstoring zal zijn. En we zullen wellicht maar weinig waarschuwingen krijgen, omdat klimaateffecten zich gewoonlijk niet lineair ontwikkelen, maar vaker plotseling en krachtig opkomen wanneer eenmaal bepaalde omslagpunten zijn bereikt.
Tot nu toe is er verre van genoeg ondernomen om de blootstelling van Azië aan klimaatimpact in te schatten, en nog veel minder om de bescherming van kwetsbare gebieden te vergroten of de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. De regio heeft groene groeistrategieën met weinig uitstoot van koolstof nodig die minder land, water, en energie gebruiken. Deze strategieën zullen helpen om de snelle urbanisatie (die dichte bebouwing, verharde wegen, en particulier autobezit omvat; allemaal factoren die bijdragen aan het ‘stedelijk hitte-eiland’ effect) te vertragen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Als we onze huidige pad blijven volgen zou de gemiddelde temperatuur boven de Aziatische landmassa met meer dan zes graden Celsius boven pre-industriële niveaus gestegen kunnen zijn tegen het jaar 2100. Mensen kunnen ziek worden en zelfs sterven door luchtweg- en andere aandoeningen veroorzaakt door hittestress of vervuiling. Naast de menselijke kosten ondermijnen hogere temperaturen de landbouw en industriële productiviteit.
Klimaatgedreven migratiestromen zullen de uitdagingen waar Aziatische steden mee te maken krijgen verder uitvergroten. Tenzij er voldoende aanvaardbare banen gecreëerd worden kunnen klimaatmigranten een permanente onderklasse worden. Zelfs wanneer er wel banen beschikbaar zijn zou de milieudruk gecreëerd door steeds dichtbevolktere steden een ernstige dreiging vormen. Toch blijven de voorspellingen van de impact van klimaatverandering op migratie in Azië onverdedigbaar beperkt in aantal, visie, en voorspellende kracht.
Om de stadsplanning en zorgaanbod te verbeteren hebben we behoefte aan een simpele en accurate manier om de huidige en toekomstige hittetolerantie niveaus van stedelijke populaties in te schatten. We hebben ook behoefte aan strategieën om de urbane hittestress te verminderen, inclusief een verschuiving richting polycentrische urbane configuraties, waarbij economieën en maatschappijen worden opgebouwd rond meerdere regionale knooppunten in plaats van geconcentreerd rond een enkele stad, en natuurlijke hulpbronnen in stand worden gehouden door eco-corridors en verbonden groene zones.
Maar stijgende temperaturen zijn bepaald niet de enige dreiging van klimaatverandering. Extreme weergebeurtenissen, van droogte tot overstromingen, zullen intensiveren en frequenter worden. In Azië zullen meer regen en steeds ergere tropische cyclonen de voedselproductie schade berokkenen en de inkomens op het platteland naar beneden drijven. In Sri Lanka bijvoorbeeld zouden de rijstoogsten tegen 2050 met 20% gedaald kunnen zijn; In Fiji zou de cassaveproductie met 36% kunnen kelderen.
Dit alles zal verergerd worden door een stijgende zeespiegel, die aan het eind van de eeuw al 1,4 meter hoger kan zijn en er potentieel voor kan zorgen dat veel landen meer dan 10% van hun grondgebied zullen verliezen. Wanneer landen voldoen aan hun verplichtingen onder het klimaatakkoord van Parijs zou de totale stijging van de zeespiegel gehalveerd kunnen worden, waarbij meer ambitieuze prognoses zelfs nog grotere reducties beloven. Wanneer we echter nog slechts een aantal decennia onze huidige koers blijven volgen zouden we eeuwen van stijgende zeeniveaus kunnen veroorzaken, zelfs als we vervolgens alle uitstoot van broeikasgassen zouden stoppen. De effecten zouden gradueel maar genadeloos zijn.
De risico’s zijn waarschijnlijk het grootst aan de dichtbevolkte kustlijnen van Azië, waar miljoenen mensen worden blootgesteld aan overstromingen. En deze risico’s groeien nog steeds; in landen als Bangladesh, India, de Filipijnen, en Vietnam wordt verwacht dat de bevolking aan kust in 2060 verdubbeld zal zijn. Dertien van de twintig steden ter wereld waar de grootste jaarlijkse economische verliezen door overstromingen verwacht worden tussen nu en 2050 liggen in Azië.
Zoals het er nu voorstaat worden de gevaren van zeespiegelstijging voor de stedelijke centra aan de Aziatische kusten nog niet afdoende begrepen, noch adequaat in planningsprocessen geïntegreerd. Dit moet veranderen. In landen die gevoelig zijn voor overstromingen zouden programma’s voor stadsplanning grijze infrastructuur zoals afvoersystemen, dijken, en waterkeringen moeten afwisselen met groene maatregelen zoals de bescherming van wetlands en bossen. Ook een betere meteorologische observatie en early warning-systemen zouden substantieel zoden aan de dijk zetten.
Maar ook hier is er gebrek aan een adequate kennis en preparatie. Er bestaat geen systematische analyse van de economische kosten en winsten van versterking van de kust relatief tot andere benaderingen. ‘Zachtere’ interventies zoals een betere planning van landgebruik en op ecosystemen gebaseerde benaderingen worden breed ondersteund, maar hun effectiviteit is slechts in een paar kleinschalige studies onderzocht.
Overstromingsgevaar kan de ontwikkeling van energie-infrastructuur in kuststeden in landen als Bangladesh en India compliceren. Maar hier is de weg vooruit in ieder geval helderder: een nauwere regionale samenwerking kan helpen stroomtekorten te compenseren, terwijl hernieuwbare off-grid energie en klimaatbestendige toeleveringsnetwerken landen zouden helpen hun energieveiligheid te vergroten.
Gegeven de enorme omvang van Azië, haar bevolking, en haar economisch belang, moet het in het brandpunt staan van de mondiale inspanningen om klimaatverandering te verzachten. De Aziatische steden hebben de toekomst van de aarde op vele verschillende manieren in handen. Ze moeten hun uiterste best doen om deze veilig te stellen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
The Norwegian finance ministry recently revealed just how much the country has benefited from Russia's invasion of Ukraine, estimating its windfall natural-gas revenues for 2022-23 to be around $111 billion. Yet rather than transferring these gains to those on the front line, the government is hoarding them.
argue that the country should give its windfall gains from gas exports to those on the front lines.
POTSDAM/MANILLA – Het is regentijd in Azië, wat een einde aan maandenlange verschroeiende temperaturen markeert. Maar de extreme hitte zal terugkeren, waarbij vooral steden met heftige omstandigheden te maken krijgen. De stedelijke gebieden van Azië ervaren twee keer zoveel hete dagen als landelijke – en zouden er in het jaar 2100 tien keer zoveel te verduren kunnen krijgen. Tegen die tijd zal deze trend niet meer terug te draaien zijn.
De eerste gedetailleerde inschatting van klimaatrisico’s voor Azië, uitgevoerd door de Aziatische Ontwikkelingsbank en het Potsdam Instituut voor Klimaatimpact maakt duidelijk dat de Aziatische steden in de frontlijn van het gevecht tegen klimaatverandering staan. Veel van de consequenties van een hetere aarde – zoals extreme weergebeurtenissen, stijging van de zeespiegel, klimaatmigratie, en groeiende sociale spanningen – overlappen dan ook in stedelijke gebieden.
Dit geldt in het bijzonder voor Azië, waar steden meer dan de helft van de bevolking herbergen en bijna 80% van de economische productie voor hun rekening nemen. Tegen 2050 zou de stedelijke bevolking praktisch verdubbeld kunnen zijn, naar 3 miljard mensen. Zonder nieuwe klimaatinitiatieven kunnen de steden in de regio de komende twintig jaar verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van de toename in de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Zo een scenario wordt vaak weggezet als business as usual. Maar in feite betreft het hier business as usual die zal worden verstoord door de consequenties van klimaatverandering, waarbij een ongebreidelde opwarming de recente economische vooruitgang van Azië kan belemmeren of zelfs omkeren.
Hoe langer we wachten om de klimaatverandering aan te pakken hoe verwoestender deze verstoring zal zijn. En we zullen wellicht maar weinig waarschuwingen krijgen, omdat klimaateffecten zich gewoonlijk niet lineair ontwikkelen, maar vaker plotseling en krachtig opkomen wanneer eenmaal bepaalde omslagpunten zijn bereikt.
Tot nu toe is er verre van genoeg ondernomen om de blootstelling van Azië aan klimaatimpact in te schatten, en nog veel minder om de bescherming van kwetsbare gebieden te vergroten of de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. De regio heeft groene groeistrategieën met weinig uitstoot van koolstof nodig die minder land, water, en energie gebruiken. Deze strategieën zullen helpen om de snelle urbanisatie (die dichte bebouwing, verharde wegen, en particulier autobezit omvat; allemaal factoren die bijdragen aan het ‘stedelijk hitte-eiland’ effect) te vertragen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Als we onze huidige pad blijven volgen zou de gemiddelde temperatuur boven de Aziatische landmassa met meer dan zes graden Celsius boven pre-industriële niveaus gestegen kunnen zijn tegen het jaar 2100. Mensen kunnen ziek worden en zelfs sterven door luchtweg- en andere aandoeningen veroorzaakt door hittestress of vervuiling. Naast de menselijke kosten ondermijnen hogere temperaturen de landbouw en industriële productiviteit.
Klimaatgedreven migratiestromen zullen de uitdagingen waar Aziatische steden mee te maken krijgen verder uitvergroten. Tenzij er voldoende aanvaardbare banen gecreëerd worden kunnen klimaatmigranten een permanente onderklasse worden. Zelfs wanneer er wel banen beschikbaar zijn zou de milieudruk gecreëerd door steeds dichtbevolktere steden een ernstige dreiging vormen. Toch blijven de voorspellingen van de impact van klimaatverandering op migratie in Azië onverdedigbaar beperkt in aantal, visie, en voorspellende kracht.
Om de stadsplanning en zorgaanbod te verbeteren hebben we behoefte aan een simpele en accurate manier om de huidige en toekomstige hittetolerantie niveaus van stedelijke populaties in te schatten. We hebben ook behoefte aan strategieën om de urbane hittestress te verminderen, inclusief een verschuiving richting polycentrische urbane configuraties, waarbij economieën en maatschappijen worden opgebouwd rond meerdere regionale knooppunten in plaats van geconcentreerd rond een enkele stad, en natuurlijke hulpbronnen in stand worden gehouden door eco-corridors en verbonden groene zones.
Maar stijgende temperaturen zijn bepaald niet de enige dreiging van klimaatverandering. Extreme weergebeurtenissen, van droogte tot overstromingen, zullen intensiveren en frequenter worden. In Azië zullen meer regen en steeds ergere tropische cyclonen de voedselproductie schade berokkenen en de inkomens op het platteland naar beneden drijven. In Sri Lanka bijvoorbeeld zouden de rijstoogsten tegen 2050 met 20% gedaald kunnen zijn; In Fiji zou de cassaveproductie met 36% kunnen kelderen.
Dit alles zal verergerd worden door een stijgende zeespiegel, die aan het eind van de eeuw al 1,4 meter hoger kan zijn en er potentieel voor kan zorgen dat veel landen meer dan 10% van hun grondgebied zullen verliezen. Wanneer landen voldoen aan hun verplichtingen onder het klimaatakkoord van Parijs zou de totale stijging van de zeespiegel gehalveerd kunnen worden, waarbij meer ambitieuze prognoses zelfs nog grotere reducties beloven. Wanneer we echter nog slechts een aantal decennia onze huidige koers blijven volgen zouden we eeuwen van stijgende zeeniveaus kunnen veroorzaken, zelfs als we vervolgens alle uitstoot van broeikasgassen zouden stoppen. De effecten zouden gradueel maar genadeloos zijn.
De risico’s zijn waarschijnlijk het grootst aan de dichtbevolkte kustlijnen van Azië, waar miljoenen mensen worden blootgesteld aan overstromingen. En deze risico’s groeien nog steeds; in landen als Bangladesh, India, de Filipijnen, en Vietnam wordt verwacht dat de bevolking aan kust in 2060 verdubbeld zal zijn. Dertien van de twintig steden ter wereld waar de grootste jaarlijkse economische verliezen door overstromingen verwacht worden tussen nu en 2050 liggen in Azië.
Zoals het er nu voorstaat worden de gevaren van zeespiegelstijging voor de stedelijke centra aan de Aziatische kusten nog niet afdoende begrepen, noch adequaat in planningsprocessen geïntegreerd. Dit moet veranderen. In landen die gevoelig zijn voor overstromingen zouden programma’s voor stadsplanning grijze infrastructuur zoals afvoersystemen, dijken, en waterkeringen moeten afwisselen met groene maatregelen zoals de bescherming van wetlands en bossen. Ook een betere meteorologische observatie en early warning-systemen zouden substantieel zoden aan de dijk zetten.
Maar ook hier is er gebrek aan een adequate kennis en preparatie. Er bestaat geen systematische analyse van de economische kosten en winsten van versterking van de kust relatief tot andere benaderingen. ‘Zachtere’ interventies zoals een betere planning van landgebruik en op ecosystemen gebaseerde benaderingen worden breed ondersteund, maar hun effectiviteit is slechts in een paar kleinschalige studies onderzocht.
Overstromingsgevaar kan de ontwikkeling van energie-infrastructuur in kuststeden in landen als Bangladesh en India compliceren. Maar hier is de weg vooruit in ieder geval helderder: een nauwere regionale samenwerking kan helpen stroomtekorten te compenseren, terwijl hernieuwbare off-grid energie en klimaatbestendige toeleveringsnetwerken landen zouden helpen hun energieveiligheid te vergroten.
Gegeven de enorme omvang van Azië, haar bevolking, en haar economisch belang, moet het in het brandpunt staan van de mondiale inspanningen om klimaatverandering te verzachten. De Aziatische steden hebben de toekomst van de aarde op vele verschillende manieren in handen. Ze moeten hun uiterste best doen om deze veilig te stellen.
Vertaling Melle Trap