LONDEN – In de roman Frankenstein; or, The Modern Prometheus van Mary Shelley gebruikt de wetenschapper Victor Frankenstein dode lichaamsdelen om een hyperintelligent ‘bovenmenselijk’ monster te creëren dat zich – gek geworden door menselijke wreedheid en isolatie – uiteindelijk tegen zijn schepper keert. Sinds de publicatie in 1818 wordt Shelley’s verhaal over wetenschappelijk onderzoek dat verkeerd afliep gezien als een metafoor voor het gevaar (en de dwaasheid) van pogingen om machines te voorzien van menselijke intelligentie.
LONDEN – In de roman Frankenstein; or, The Modern Prometheus van Mary Shelley gebruikt de wetenschapper Victor Frankenstein dode lichaamsdelen om een hyperintelligent ‘bovenmenselijk’ monster te creëren dat zich – gek geworden door menselijke wreedheid en isolatie – uiteindelijk tegen zijn schepper keert. Sinds de publicatie in 1818 wordt Shelley’s verhaal over wetenschappelijk onderzoek dat verkeerd afliep gezien als een metafoor voor het gevaar (en de dwaasheid) van pogingen om machines te voorzien van menselijke intelligentie.