WASHINGTON, DC – Recente voorspellingen duiden erop dat diverse landen uit het beneden de Sahara gelegen deel van Afrika de komende vijf jaar robuuste economische groei zullen ondergaan. Tegen het jaar 2023 zal ongeveer een derde van de economieën van de regio sinds 2000 met een gemiddeld tempo van 5% of hoger per jaar zijn gegroeid.
En toch, zoals The Economist vorig jaar opmerkte, stelt het Afrikaanse ontwikkelingsmodel economen voor een “raadsel.” Slechts vier van de snelgroeiende landen van het continent zijn immers afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Ook zijn de prestaties in hun totaliteit niet voornamelijk te danken aan industrialisering, zoals de traditionele ontwikkelingsmodellen veronderstelden. Wat verklaart dan de sterke economische prestaties?
Nieuw onderzoek van het Africa Growth Initiative van de Brookings Institution en het United Nations University World Institute for Development Economics Research (UNU-WIDER) zou wel eens de sleutel tot het antwoord op die vraag kunnen bieden. Volgens het binnenkort te verschijnen boek Industries Without Smokestacks: Industrialization in Africa Reconsidered zijn er tekenen die erop wijzen dat het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika een diepgaandere structurele transformatie ondergaat dan we doorgaans denken.
Afrika dankt deze structurele transformatie niet aan traditionele bedrijfstakken, maar aan nieuwe ontwikkelingen in verhandelbare diensten en agro-industrieën die lijken op traditionele industrialisatie. Naast tuinbouw en agro-business omvatten deze nieuwe bedrijfstakken op informatie- en communicatietechnologie gebaseerde diensten (ICT) en toerisme.
Dit is anders dan de historische norm. Van oudsher, zo benadrukt Harvard-econoom Dani Rodrik, zijn economieën die een robuuste groei kennen zonder afhankelijk te zijn van natuurlijke hulpbronnen “daartoe in staat gesteld door op de export gerichte industrialisatie.” Maar in Afrika is de fabrieksmatige productie als onderdeel van de totale economische activiteit blijven steken op ongeveer 10%, terwijl de economische activiteit zich verplaatst van de landbouw naar de dienstensector. En omdat het tempo van de productiviteitsgroei in de dienstensector slechts ongeveer de helft van die in de industrie is, heeft de gemiddelde productiviteitswinst die nodig is voor aanhoudende groei relatief te wensen overgelaten.
Dit proces van voortijdige deïndustrialisatie is niet alleen van toepassing op Afrika, maar heeft daar wel meer gevolgen dan elders, gezien de omvang van de ontwikkelingsuitdagingen. Vanwege zijn jonge, snel groeiende beroepsbevolking moet Afrika nu ieder jaar in de formele economie ruim 11 miljoen banen creëren. Maar de Nobelprijs-winnende econooom Joseph E. Stiglitz heeft gewaarschuwd dat Afrika het Oost-Aziatische industrialisatiemodel niet kan volgen, dus de vraag is of het continent een moderne dienstensector gestalte kan geven om zijn economische ontwikkeling te verwezenlijken.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Volgens Foresight Africa: Top Priorities for 2018, een rapport van de Brookings Institution dat een voorbeschouwing is op de resultaten van Industries Without Smokestacks, zijn de dienstenexporten uit Afrika tussen 1998 en 2015 ruim zes maal sneller gegroeid dan de industrieële exporten. In Kenia, Rwanda, Senegal en Zuid-Afrika bloeit de ICT-sector. In Rwanda is toerisme nu de grootste exportactiviteit, die ongeveer 30% van de totale export voor zijn rekening neemt. Ethiopië, Ghana, Kenia en Senegal zijn allemaal geïntegreerd in de mondiale waardeketens op het gebied van de tuinbouw, en Ethiopië is een leidende speler geworden op het gebied van de mondiale bloemenexport.
Naarmate deze schoorsteenloze bedrijfstakken zijn gegroeid, hebben ze nieuwe patronen van structurele verandering teweeggebracht, die anders zijn dan de door de industriële productie geleide transformatie van Oost-Azië. Maar als deze bedrijfstakken goed worden bestuurd, kunnen ze in de ontwikkeling van Afrika dezelfde rol spelen als de industrie heeft gedaan in Oost-Azië.
Door de industrie geleide groei is in Oost-Azië om drie belangrijke redenen een effectief ontwikkelingsmodel gebleken. In de eerste plaats kent de industrie een hogere productiviteit dan de landbouw, en kan zij een groot aantal redelijk geschoolde arbeiders absorberen die uit de agrarische sector migreren. In de tweede plaats profiteren de fabrikanten van technologische transfers uit het buitenland, zodat hun productiviteit in lijn met mondiale trends stijgt. En in de derde plaats was de stap naar industrialisatie in Oost-Azië gericht op de export, wat het mogelijk maakte om de productie op te schalen.
Volgens John Page, een van de redacteuren van Industries Without Smokestacks, delen Afrika's groeiende dienstensectoren deze zelfde kenmerken. Naast dat ze verhandelbaar zijn, kennen zij een hogere productiviteit en kunnen ze grote aantallen redelijk geschoolde werknemers absorberen. En net als de industrie profiteren ze ook van technologische veranderingen en schaalvoordelen.
Bovendien hebben Afrika's schoorsteenloze dienstensectoren het bijkomende voordeel minder kwetsbaar te zijn voor automatisering. Ondanks de vele voordelen van automatisering stelt zij landen voor problemen waar de grootste prioriteit het creëren van een toereikend aantal banen in de formele sector is.
Hoewel economen er steeds meer vertrouwen in hebben gekregen dat Afrika’s ontwikkelingsmodel anders zal zijn dan dat van Oost-Azië, zijn ze er minder zeker van welke vorm die zal aannemen. Een industrie-zonder-schoorsteen-model biedt één mogelijk antwoord.
Vanuit een beleidsperspectief zouden de Afrikaanse leiders meer manieren moeten onderzoeken om de groei van deze bedrijfstakken te ondersteunen, ofwel door middel van doelgerichte hervormingen, ofwel door ze in te lijven bij nationale industrialisatiestrategieën en bredere ontwikkelingsagenda's. De ontwikkeling van bedrijfstakken zonder schoorstenen kan plaatsvinden naast pogingen om bedrijfstakken met schoorstenen te ontwikkelen, zodat sprake kan zijn van een veelvormige aanpak om Afrika een structurele verandering te laten ondergaan.
With the launch of the African Union's long-awaited Continental Free Trade Area this month, African leaders have an opportunity to set their countries on a path toward social and economic transformation. But they will first need to come together to ensure that the new framework's power is not merely symbolic.
explains what must be done to reap the full economic benefits of the coming Continental Free Trade Area.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
America's president subscribes to a brand of isolationism that has waxed and waned throughout US history, but has its roots in the two-century-old Monroe Doctrine. This is bad news for nearly everyone, because it implies acceptance of a world order based on spheres of influence, as envisioned by China and Russia.
hears echoes of the Monroe Doctrine in the US president's threats to acquire Greenland.
Financial markets and official economic indicators over the past few weeks give policymakers around the world plenty to contemplate. Was the recent spike in bond yields a sufficient warning to Donald Trump and his team, or will they still follow through with inflationary stimulus, tariff, and immigration policies?
wonders if recent market signals will keep the new administration’s radicalism in check.
WASHINGTON, DC – Recente voorspellingen duiden erop dat diverse landen uit het beneden de Sahara gelegen deel van Afrika de komende vijf jaar robuuste economische groei zullen ondergaan. Tegen het jaar 2023 zal ongeveer een derde van de economieën van de regio sinds 2000 met een gemiddeld tempo van 5% of hoger per jaar zijn gegroeid.
En toch, zoals The Economist vorig jaar opmerkte, stelt het Afrikaanse ontwikkelingsmodel economen voor een “raadsel.” Slechts vier van de snelgroeiende landen van het continent zijn immers afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Ook zijn de prestaties in hun totaliteit niet voornamelijk te danken aan industrialisering, zoals de traditionele ontwikkelingsmodellen veronderstelden. Wat verklaart dan de sterke economische prestaties?
Nieuw onderzoek van het Africa Growth Initiative van de Brookings Institution en het United Nations University World Institute for Development Economics Research (UNU-WIDER) zou wel eens de sleutel tot het antwoord op die vraag kunnen bieden. Volgens het binnenkort te verschijnen boek Industries Without Smokestacks: Industrialization in Africa Reconsidered zijn er tekenen die erop wijzen dat het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika een diepgaandere structurele transformatie ondergaat dan we doorgaans denken.
Afrika dankt deze structurele transformatie niet aan traditionele bedrijfstakken, maar aan nieuwe ontwikkelingen in verhandelbare diensten en agro-industrieën die lijken op traditionele industrialisatie. Naast tuinbouw en agro-business omvatten deze nieuwe bedrijfstakken op informatie- en communicatietechnologie gebaseerde diensten (ICT) en toerisme.
Dit is anders dan de historische norm. Van oudsher, zo benadrukt Harvard-econoom Dani Rodrik, zijn economieën die een robuuste groei kennen zonder afhankelijk te zijn van natuurlijke hulpbronnen “daartoe in staat gesteld door op de export gerichte industrialisatie.” Maar in Afrika is de fabrieksmatige productie als onderdeel van de totale economische activiteit blijven steken op ongeveer 10%, terwijl de economische activiteit zich verplaatst van de landbouw naar de dienstensector. En omdat het tempo van de productiviteitsgroei in de dienstensector slechts ongeveer de helft van die in de industrie is, heeft de gemiddelde productiviteitswinst die nodig is voor aanhoudende groei relatief te wensen overgelaten.
Dit proces van voortijdige deïndustrialisatie is niet alleen van toepassing op Afrika, maar heeft daar wel meer gevolgen dan elders, gezien de omvang van de ontwikkelingsuitdagingen. Vanwege zijn jonge, snel groeiende beroepsbevolking moet Afrika nu ieder jaar in de formele economie ruim 11 miljoen banen creëren. Maar de Nobelprijs-winnende econooom Joseph E. Stiglitz heeft gewaarschuwd dat Afrika het Oost-Aziatische industrialisatiemodel niet kan volgen, dus de vraag is of het continent een moderne dienstensector gestalte kan geven om zijn economische ontwikkeling te verwezenlijken.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Volgens Foresight Africa: Top Priorities for 2018, een rapport van de Brookings Institution dat een voorbeschouwing is op de resultaten van Industries Without Smokestacks, zijn de dienstenexporten uit Afrika tussen 1998 en 2015 ruim zes maal sneller gegroeid dan de industrieële exporten. In Kenia, Rwanda, Senegal en Zuid-Afrika bloeit de ICT-sector. In Rwanda is toerisme nu de grootste exportactiviteit, die ongeveer 30% van de totale export voor zijn rekening neemt. Ethiopië, Ghana, Kenia en Senegal zijn allemaal geïntegreerd in de mondiale waardeketens op het gebied van de tuinbouw, en Ethiopië is een leidende speler geworden op het gebied van de mondiale bloemenexport.
Naarmate deze schoorsteenloze bedrijfstakken zijn gegroeid, hebben ze nieuwe patronen van structurele verandering teweeggebracht, die anders zijn dan de door de industriële productie geleide transformatie van Oost-Azië. Maar als deze bedrijfstakken goed worden bestuurd, kunnen ze in de ontwikkeling van Afrika dezelfde rol spelen als de industrie heeft gedaan in Oost-Azië.
Door de industrie geleide groei is in Oost-Azië om drie belangrijke redenen een effectief ontwikkelingsmodel gebleken. In de eerste plaats kent de industrie een hogere productiviteit dan de landbouw, en kan zij een groot aantal redelijk geschoolde arbeiders absorberen die uit de agrarische sector migreren. In de tweede plaats profiteren de fabrikanten van technologische transfers uit het buitenland, zodat hun productiviteit in lijn met mondiale trends stijgt. En in de derde plaats was de stap naar industrialisatie in Oost-Azië gericht op de export, wat het mogelijk maakte om de productie op te schalen.
Volgens John Page, een van de redacteuren van Industries Without Smokestacks, delen Afrika's groeiende dienstensectoren deze zelfde kenmerken. Naast dat ze verhandelbaar zijn, kennen zij een hogere productiviteit en kunnen ze grote aantallen redelijk geschoolde werknemers absorberen. En net als de industrie profiteren ze ook van technologische veranderingen en schaalvoordelen.
Bovendien hebben Afrika's schoorsteenloze dienstensectoren het bijkomende voordeel minder kwetsbaar te zijn voor automatisering. Ondanks de vele voordelen van automatisering stelt zij landen voor problemen waar de grootste prioriteit het creëren van een toereikend aantal banen in de formele sector is.
Hoewel economen er steeds meer vertrouwen in hebben gekregen dat Afrika’s ontwikkelingsmodel anders zal zijn dan dat van Oost-Azië, zijn ze er minder zeker van welke vorm die zal aannemen. Een industrie-zonder-schoorsteen-model biedt één mogelijk antwoord.
Vanuit een beleidsperspectief zouden de Afrikaanse leiders meer manieren moeten onderzoeken om de groei van deze bedrijfstakken te ondersteunen, ofwel door middel van doelgerichte hervormingen, ofwel door ze in te lijven bij nationale industrialisatiestrategieën en bredere ontwikkelingsagenda's. De ontwikkeling van bedrijfstakken zonder schoorstenen kan plaatsvinden naast pogingen om bedrijfstakken met schoorstenen te ontwikkelen, zodat sprake kan zijn van een veelvormige aanpak om Afrika een structurele verandering te laten ondergaan.
Vertaling: Menno Grootveld